Functiebeschrijvingen voor toertochten

PROVINCIEHOOFD (PH)

De IOCH heeft in principe in elke provincie een Provinciehoofd, welke is gekozen door de eigen leden uit de desbetreffende provincie. Een PH is altijd te herkennen aan een fel gele armband met de letters PH. In provincies waar nog geen “vaste” PH is gekozen, wordt een zogenaamde ‘ad-interim’ PH benoemd en deze zal bij de eerstvolgende Algemene Ledenvergadering, bij voldoende stemmen uit die provincie, benoemd worden. De PH’s hebben tijdens de toertochten communicatie met elkaar d.m.v. portofoons en kunnen tijdens het rijden met elkaar overleggen, b.v. bij bijzondere situaties en/of calamiteiten. Het Provinciehoofd is er voor de leden als aanspreekpunt tijdens de toertochten en voor de leden uit zijn provincie. Als nieuw lid zal men een verwelkomingsmail ontvangen met daarin ook de aanvulling, dat als men vragen heeft, men zich tot hem/haar kan voegen (mailen/bellen).

ASSISTENT-PH

Het kan zijn dat een Provinciehoofd een toertocht zelf niet kan meerijden, dan kan men een assistent-PH vragen. Dit is dan een lid uit zijn provincie die meestal de toertochten rijdt en bekend is met de regels van de PH. De PH vraagt altijd eerst aan zijn collega PH’s/TC of zij het nodig achten, om een hulp-PH te vragen. Als dat wenselijk is voor de toertocht, zal de PH zijn assistent-PH zijn portofoon en PH-armband uitlenen.

VOORRIJDER

De Voorrijder is degene die de toertocht voorrijdt. Het is in de meeste gevallen de organiserende PH waar de toertocht wordt verreden, maar in sommige gevallen is het een lid uit zijn provincie die samen met de PH de tocht heeft uitgezet en voorbereid. De Voorrijder staat altijd in contact met de Roadcaptain.

ROADCAPTAIN

De Roadcaptain is degene die aanwijzingen krijgt van de Voorrijder met betrekking tot bijzonder punten in de route en waar een Wegwijzer neer gezet moet worden volgens het ‘First Man Drop’ systeem (FMD).
Voorbeeld: De Voorrijder nadert een kruispunt waar een Wegwijzer neergezet moet worden. Hij spreekt middels de portofoon de Roadcaptain aan, zegt waar de Wegwijzer dient komen te staan. Vervolgens steekt de Roadcaptain zijn linker of rechter arm omhoog en toont één of meerdere vingers. Als hij/zij b.v. met zijn rechter arm omhoog gaat en wijst met één vinger naar een weg/kruising, dan gaat de eerste rijder achter hem daar waar de Road-captain aanwijst rechts van de weg staan. Hetzelfde geldt natuurlijk voor de linkerkant. Het aantal vingers dat door de Roadcaptain omhoog wordt gestoken, is het aantal rijders die als Wegwijzer neergezet worden op dat moment. De Roadcaptain is altijd te herkennen aan zijn fel gekleurde veiligheidsvestje met daarop ‘Roadcaptain’.

WEGWIJZER

De Wegwijzer zijn alle deelnemers aan de toertocht behalve de Voorrijder, de Roadcaptain, de Hekkensluiters en diegene die heeft aangegeven geen Wegwijzer te willen zijn. De Wegwijzer wordt op aanwijzen dan de Roadcaptain neergezet bij kruispunten/rotondes als markering welke richting de route op gaat. Als er geen Wegwijzer staat ga je dus gewoon rechtdoor. Dit is volgens het FMD systeem.

HEKKENSLUITER

Bij elke toertocht van de IOCH hebben we aan het eind van de groep de Hekkensluiters (ookwel Achterrijders genoemd). Deze bestaan altijd uit 2 motoren, ook weer te herkennen aan de veiligheidsvestjes. De Hekkensluiters geven aan degenen die de wegen/kruisingen als Wegwijzer staan, aan dat ze weer mogen aansluiten, door middel van te claxonneren. Mocht er een pechgeval zijn, dan blijft er één van de twee bij deze persoon om te helpen. De ander volgt gewoon de rij en geeft door middel van zijn portofoon aan de PH’s door dat er een pechgeval is en dat er een Hekkensluiter achter is gebleven bij die persoon. Er zal dan één van de PH’s achter aansluiten, bij de overgebleven Hekkensluiter.